woensdag 15 oktober 2008

Isaac Hayes: Hot buttered soulman is niet meer

De hartkwaal die hem al een paar jaar plaagde, werd Isaac Hayes op 10 augustus fataal. Zijn vrouw trof hem bewusteloos aan in de slaapkamer naast het hardloopapparaat dat nog aan stond. Reanimatie mocht niet baten. De dood van de soullegende was even onverwacht als vroeg: Ike haalde zijn 66e levensjaar op tien dagen na niet.
Hayes werd in 1942 in Covington, Tennessee geboren. Zijn ouders stierven toen hij nog klein was en hij werd grootgebracht door zijn grootouders. Het arme gezin verdiende kost met katoenplukken.
Op 5-jarige leeftijd begon Hayes te zingen in de plaatselijke kerk en leerde zichzelf piano, orgel, fluit en saxofoon spelen. Als tiener trad hij al met verschillende bandjes op in Memphis en nam singletjes op voor plaatselijke labeltjes. Hij werd in 1964 saxofonist bij The Mar-Keys en komt zo binnen bij het legendarische southern-soullabel Stax in Memphis. Na wat sessies met Otis Redding werd Hayes gecontracteerd als toetsenist van de huisband van Stax. Daar begon ook zijn samenwerking met David Porter. Als het songwriterstandem Soul Children schreven ze vele onverwoestbare hits, zoals Soul Man en Hold on I’m Comin. Sam & Dave, Carla Thomas en Johnnie Taylor vierden grote successen met de nummers van Hayes en Porter. Met huisband Booker T. & The M.G.s groeiden Hayes en Porter uit tot de drijvende productiekracht van Stax.
In 1967 begon Hayes aan zijn carrière als soloartiest met Presenting Isaac Hayes. Maar het grote succes kwam twee jaar later met Hot Buttered Soul. Het album breekt met alle soulconventies: er staan vier lange, uitgesponnen, broeierige tracks op (in plaats van een radiovriendelijk formaat van maximaal drie minuten) en Hayes zingt in een diepe, sexy baritonstem waarmee Barry White later onsterfelijk zou worden. Ook de hoes is innovatief: Hayes heeft kaalgeschoren hoofd en draagt een gouden ketting op een ontbloot bovenlijf. Mijlenver verwijderd van de keurige kostuums en strikjes waarin The Temptations, dan al diep ondergedompeld in de psychedelische soul, nog optreden.
Isaac Hayes werd een superster. Elk album was een hit, met Black Moses als grootste artistieke en commerciële succes. Hayes was het hoogtepunt van Wattstax, het festival (‘het zwarte Woodstock’) dat Stax in 1972 in Watts hield ter nagedachtenis aan de rassenrellen in de zwarte wijk van Los Angeles zeven jaar eerder.
In 1971 schreef Hayes geschiedenis als hij als eerste zwarte artiest een Oscar krijgt voor de soundtrack van de blaxploitation-film (actiefilms met zwarte cast en crew) Shaft. Met zijn karakteristieke wahwah-gitaar werd de filmmuziek zelf een standaard voor de blaxploitation-soundtrack. Hayes maakte inmiddels zelf ook uitstapjes naar het witte doek en speelde mee in de films Truck Turner en Tough Guys, waarvoor hij ook weer de score componeerde.
Met Stax ging het midden jaren zeventig bergafwaarts. Hayes stapte in 1975 op om voor zichzelf te beginnen (Hot Buttered Soul Records). Chocolate Chip en Groove-a-Thon (1975) waren beide gouden platen, maar Hayes is op zijn retour. Ook zakelijk zit het tij tegen en Hayes gaat een jaar later failliet. Met een miljoenenschuld raakt Hayes alles kwijt en alle toekomstige royalties gaan rechtstreeks naar zijn schuldeisers.
In de tweede helft van de jaren zeventig maakte Hayes nog enkele albums (o.a. met Dionne Warwick), waarmee hij nog wel wat commercieel succes boekte maar die artistiek weinig opzienbarend waren. Begin jaren tachtig bleef Hayes vijf jaar lang helemaal weg uit de opnamestudio.
Hayes richtte zich weer op film. Hij speelde mee in de sciencefictioncultfilm Escape from New York (1981) van John Carpenter, maar ook in wanstaltige trash als Oblivion. Ook speelde hij een rolletje in de remake van Shaft uit 2000.
Zijn meest opmerkelijke rol was wel die van Chef in de komische animatieserie South Park. De daaruit voorkomende single Chocolate Salty Balls leverde Hayes eind jaren negentig zowaar een hit op. Voor het grote, hedendaagse publiek zal Hayes waarschijnlijk onthouden worden als de viriele, soulfulle kantinekok. In 2006 brak hij openlijk met South Park-scheppers Matt Stone en Trey Parker omdat in een aflevering de draak werd gestoken met de Scientology kerk, waar Hayes lid van was.
Hayes hield zich ook bezig met liefdadigheid. Als dank voor zijn humanitaire werk werd Hayes in 1992 zelfs gekroond tot koning van de streek Ada in Ghana.
Hoewel hij zich nog sporadisch met muziek bezighield – en zelfs concerten op het laatste moment afzegde, waarmee hij zich de openlijke woede van de North Sea Jazz-festivalorganisatie wekte – produceerde Hayes Alicia Keys’ zeer succesvolle debuutalbum Songs in A Minor (2001).
Al lag zijn artistieke en commerciële succes al twee decennia achter hem, in de jaren negentig had Hayes inmiddels de status van levende legende verworven als een van de voorvaderen van de hiphop. Zijn pratende manier van zingen op bijvoorbeeld Theme from Shaft en Ike’s Rap worden gezien als een voorloper van rap, maar ook zijn muziek is een dankbare samplebron voor hiphopartiesten. Hayes was niettemin verrast toen hij op een dag zijn eigen muziek terughoorde in de hiphop die zijn zoon draaide. Hopelijk is dit hoe Isaac Hayes herinnerd zal worden.



Selectieve discografie

Hot Buttered Soul (Stax 1969)
…To Be Continued (Stax 1970)
Black Moses (Stax 1971)
Shaft (Stax 1971)
Joy (Stax 1973)
Live at the Sahara Tahoe (Stax 1973)
Tough Guys (Enterprise 1974)
Truck Turner (Enterprise 1974)

Dit artikel verscheen eerder in popmagazine Heaven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten