vrijdag 18 november 2011

A Tribe Called Quest: reizigers in muziek



A Tribe Called Quest mag dan al anderhalf decennium geen plaat meer hebben gemaakt, hun invloed laat zich tot op de dag van vandaag gelden.

Lees ook:



Op het station van St. Albans in Queens, New York staan Count Basie, John Coltrane, Billie Holiday, Ella Fitzgerald, Fats Waller, James Brown en Lena Horne geschilderd. De buurt is trots op de muzikale grootheden die ooit in de zwarte middenklassewijk hebben gewoond. De jonge leden van rapgroep A Tribe Called Quest keken tegen hen op en droomden ervan ooit ook op die muur te prijken. Maar uit de buurt komen ook helden van hun generatie: rapper L.L. Cool J groeide op bij zijn oma in St. Albans en Run-DMC kwamen uit het naburige Hollis.

Rappers Q-Tip (Jonathan Davis, geb. 1970) , Phife Dawg (Malik Taylor, geb. 1970) en Jarobi White (geb. 1971) zijn jeugdvrienden die samen opgroeiden in St. Albans. Op de Murry Bergtraum High School for Business Careers leert Q-Tip de DJ Ali Shaheed Muhammad kennen. Met zijn vieren beginnen ze de groep Quest.

Murry Bergtraum wordt een cruciale plaats voor hun carrière: onder de leerlingen bevinden zich ook de geestverwante hiphopgroep Jungle Brothers. Het is Afrika Baby Bam van de Jungle Brothers die MC Love Child omdoopt in Q-Tip, en ook met de naam A Tribe Called Quest op de proppen komt. Jungle Brother Mike Gee is het neefje van de populaire en invloedrijke radio-DJ Red Alert, dus dat opent deuren.

Straight Out The Jungle, het klassieke debuutalbum van de Jungle Brothers uit 1988 bereidt de weg voor A Tribe Called Quest. Q-Tip rapt coupletten op Black Is Black. Intussen introduceert Afrika Baby Bam Tip ook bij een andere geestverwante groep: De La Soul, een eigenzinnig raptrio uit Long Island dat wordt geproduceerd door Prince Paul, de DJ van hiphopband Stetsasonic. De La Soul viert in 1989 grote commerciële successen met de singles Me, Myself and I en Say No Go van Three Feet High and Rising, nog steeds een van de beste hiphopalbums aller tijden.

De remix van De La Souls Buddy, met cameo’s van de Jungle Brothers en Q-Tip, wordt het manifest van een revolutionaire beweging in de hiphop: de Native Tongues. Het collectief – bestaande uit kernleden Jungle Brothers, A Tribe Called Quest, De La Soul en Queen Latifah, - stond voor een radicale breuk met de heersende machocultuur van de hiphop. De Native Tongues vierden eigenzinnigheid. Je hoeft helemaal niet stoer te zijn en jezelf te behangen met gouden kettingen. Wees jezelf, durf af te wijken van de norm.

Het geluid van de Native Tongues is in tegenstelling tot de woedende hiphop van Public Enemy en NWA vriendelijk , speels en jazzy, al deelden de Native Tongues hun intelligentie, politieke en sociale bewustzijn en Afrocentrisme. Ook hun kledingsstijl valt op: geen trainingspakken, gympen en gouden kettingen, maar kleurige kleren met verwijzingen naar Afrika, het moederland.

“We maakten het cool om gewoon jezelf te zijn, alles mocht, niks was te gek”, legt Phife uit aan Heaven. “Al was ik niet zo gelukkig met de kleren die we droegen.”



People’s Instinctive Travels and the Paths of Rhythm (1990)

In de zomer van ’89 brengt Tribe hun eerste single uit, Description of a Fool, maar die wordt geen groot succes. Het debuutalbum People’s Instinctive Travels and the Paths of Rhythm volgt in het voorjaar van 1990 op Jive Records. Het album is een artistieke triomf: het tijdschrift The Source, toen zo’n beetje de hiphop-Bijbel, geeft het album de maximale vijf microfoons.

People’s Instinctive Travels is een typische Native Tongues plaat: speels, humoristisch maar serieus en intelligent tegelijk. Q-Tips boterzachte nasale stem is nog altijd een van de uniekste stemmen die hiphop rijk is, en stond destijds haaks op de heersende hoge-voltage-flows van Chuck D of Ice Cube. De hoge stem van Phife vormde een perfect contrast met Q-Tips lage stem.

De productie op Travels is warm doch rudimentair. Vinylverzamelaar en producer Q-Tip zocht op ongebruikelijke plaatsen naar samples. Waar James Brown indertijd uitputtend werd gesampled door rappers, vormt Lou Reeds Take a Walk on the Wild Side de basis voor Can I Kick It?! en duikt er op Bonita Applebum een obscure sitarsample op. Tribe stroomde over van de ideeën en had moeite met kiezen, zodat de muziek soms voortwoekert als een Engelse tuin. Travels is Tribe's meest dansbare album. Can I Kick It en I Left My Wallet in El Segundo worden ook in Nederland – hun enige – top-40 hits.



The Low End Theory (1991)

Na de release van People’s Instinctive Travels verlaat Jarobi Tribe om zich te richten op een carrière als kok. Hoewel hij door de overige leden wordt gezien als de spirit van de groep, blijkt zijn vertrek geen aderlating (hij zou ook een ‘draaideur’-relatie met de groep blijven onderhouden). Het tweede album The Low End Theory wordt in het najaar van 1991 door de critici lyrisch onthaald en is een instant classic, niet in de laatste plaats door krakers als Check The Rhime en het opzwepende The Scenario, dat de carrière van de Leaders of the New School lanceerde, de groep van de latere ster Busta Rhymes.



The Low End Theory heet kaler en meer beat-georiënteerd te zijn dat People’s Instinctive Travels, maar dat is eigenlijk niet het geval. Wel is het album strakker omdat de ‘skits’ die People’s Instinctive Travels aan elkaar regen, op The Low End Theory achterwege zijn gelaten. De productie is professioneler en beter afgewerkt, de samples zijn strakker en spaarzamer gearrangeerd, waar de beats op People’s Instinctive Travels nog wel eens door meanderden. De dashiki’s zijn vervangen door de gangbare sportieve hiphopkledij en de teksten zijn serieuzer en volwassener van toon.

A Tribe Called Quest flirtten openlijk met jazz, maar ook al speelt Ron Carter bas op het album, The Low End Theory is geen jazzrap, maar een puur hiphopalbum in zijn uitwerking.



The Low End Theory is Phife’s favoriete Tribe-album. “Ik zie The Low End Theory als mijn coming out”, vertelt Phife aan Heaven, doelend op met name zijn tour de force op Buggin’ Out. “Met ons eerste album wist men niet wat mijn aandeel was. Met Low End dachten ze dat ik opeens had leren rappen. Ik kon allang rappen. Maar op People’s Instinctive Travels was ik nog niet zo gefocust. Ik nam het toen nog niet zo serieus. Ik had in de tussentijd kennisgemaakt met ‘the good, the bad and the ugly’ van de muziekindustrie. Op Low End was ik mentaal en spiritueel beter voorbereid. Natuurlijk kon ik rappen, ik kwam uit een tijd waar je ’s morgens vroeg op weg naar school al ging battlen. Maar ik moest leren hoe je songs maakte.”



Midnight Marauders (1993)

Met hun derde album Midnight Marauders, dat in november 1993 uitkomt, weet A Tribe Called Quest hun eerste twee albums nog eens te overtreffen. Qua geluid ligt Midnight Marauders in het verlengde van The Low End Theory, maar de productie is deze keer niet rudimentair maar juist zeer gelaagd,  verfijnd en gedetailleerd.  “Hoe kunnen ze zo muzikaal klinken zonder één instrument te spelen?”, vroeg Questlove van The Roots zich ooit af.  De bassen zijn als een warm bad waarin de beats en raps drijven. Midnight Marauders is een perfect album. Elk nummer is een schot in de roos. De chemie klopt als een bus. De raps zijn hypnotisch.



Midnight Marauders is vooruitstrevend en experimenteel (neem alleen al de hoes waarop de who’s who van de hiphop geportretteerd werd, en het telefoonmenu met de vrouwelijke robotstem en liftmuziek die als een rode draad door het album loopt en kanttekeningen bij de nummers plaatst), maar bleef stevig geworteld in de straat. Het was niet alleen een triomf voor A Tribe Called Quest, maar voor hiphop als geheel. Zo creatief, experimenteel en muzikaal kon hiphop dus zijn. Het genre was volwassen geworden.

Midnight Marauders klinkt nog steeds niet gedateerd. “Het is als Q-Tips gezicht, dat lijkt ook nooit ouder te worden”, grapt Phife.



Beats, Rhymes & Life (1996)

De opvolger Beats, Rhymes & Life (1996) laat bijna drie jaar op zich wachten en laat een groep in verval horen. De chemie is verdwenen, de productie is ongeïnspireerd, de teksten zijn somber. Na het gelaagde Midnight Marauders vallen de eenvoudige arrangementen van Beats, Rhymes & Life op. Samples zijn in feite slechts accenten op de beats. Het maakt de muziek nogal smaakloos. Een spanningsboog ontbreekt.



Voor het eerst staan er geen instant classics meer op een Tribe-album, waar die voorheen juist bestonden uit louter Tribe-klassiekers. Liep A Tribe Called Quest altijd voor de troepen uit, op Beats, Rhymes & Life regeert de middelmaat. Een teleurstelling die nog eens extra versterkt werd doordat hiphop na de gouden jaren 1994/1995, over zijn creatieve hoogtepunt heen lijkt (en achteraf ook blijkt).

De poging om door vers bloed de chemie weer op te wekken mislukte. De toevoeging van Q-Tips neef Consequence als derde rapper werkt storend. Dat gevierd producer J.Dilla aanschoof achter de knoppen heeft de muziek er niet boeiender op gemaakt.

“Het album was geforceerd”, erkent Phife. “Al moet ik zeggen dat als ik er nu naar luister, ik het wel een goed album vind, al zijn onze eerdere platen beter. We deden nog steeds iets dat niemand deed. Ik vind J.Dilla’s bijdragen goed. Ali zei in de film dat hij een frisse wind was. We waren geen eenheid, maar Dilla’s beats waren verfrissend en beats brachten ons iets dichter tot elkaar.”

Naar nu blijkt was de band tussen Q-Tip en Phife verslechterd. “Toen ik vertrok naar Atlanta, zei Q-tip: ‘Denk je dat je zomaar weg kunt gaan? Ik ben de baas.’ Man, ik zit met je in een groep, je bent mijn vader niet!”, riposteert Phife in de documentaire Beats, Rhymes & Life: The Travels of A Tribe Called Quest die in 2011 uitkwam. “Het was alsof we geen A Tribe Called Quest waren, maar Q-Tip & A Tribe Called Quest. Als in: Diana Ross & The Supremes. Dus dat houdt in dat Ali Mary Wilson is en ik Florence Ballard? Donder op!”

“Iemand moet de kar trekken”, vult Phife aan tegen Heaven. “Maar de grootste leiders hebben moeten leren om te volgen. Cassius Clay moest leren boksen om Muhammad Ali te worden. Hij moest de groten bestuderen om ze te kunnen verslaan. Wees nederig.”

De suggestie dat zijn verhuizing het begin van het einde was, wijst Phife van de hand. “Door de documentaire wordt er nu gezegd dat als ik nooit was verhuisd naar Atlanta, wij nog steeds samen muziek hadden gemaakt”, zegt Phife. “Of dat ik verbitterd zou zijn omdat ik gedumpt werd. Hoe bedoel je? Net zei je nog dat de groep uit elkaar viel omdat ik verhuisde.

De chemie was dood. Soms groeien vrienden uit elkaar, dat soort dingen gebeuren. Q-Tip en ik hebben altijd al kleine irritaties onderling gehad. Het is als een relatie tussen broers. Als je die kleine dingetjes niet meteen oplost, groeit het uit tot iets groots. Het is na verloop van tijd uit de hand gelopen. Toen ik naar Atlanta verhuisde hoopte ik juist dat ik niet meer 24/7 met die ergernissen hoefde om te gaan en het niet zo lelijk zou worden. Ik kon terugkomen om mijn werk te doen en voordat het akelig werd, zou ik alweer thuis zijn, niks aan de hand. Maar het kwam als een boemerang bij me terug.”

“Soms moet je het nest verlaten om persoonlijk te kunnen te groeien. Ik moest daarom weg uit New York. Bovendien had ik toen een relatie met een vrouw uit Atlanta. Ik moest aan mezelf en mijn toekomst denken, ook al is die relatie stukgelopen. Maar probeer maar eens aan een 22-jarige te vertellen dat het geen ware liefde is. Daarnaast hadden we met Check The Rhime een nummer 1-hit, The Low End Theory stond in de top-10, maar ik woonde nog in het souterrain van mijn oma. Mijn oma, ze is er niet meer, was een West-Indische vrouw, heel streng, een Zevendedagsadventist, die liet geen vrouwen toe in haar huis. Ik was 22, maakte hits, maar ik moest vrouwen het huis in smokkelen. Het werd tijd dat ik aan mezelf ging denken.”

Het grote aandeel van Consequence op Beats, Rhymes & Life was een grote frustratie voor Phife. “Hij deed mee op negen van de vijftien nummers. Ik dacht: is Q-Tip kwaad  omdat ik naar Atlanta ben verhuisd en is dit de manier om mij te vervangen? Ik koesterde geen wrok tegen Consequence, ik steunde hem juist en maakte hem wegwijs  in Atlanta. Maar Q-Tip heeft me nooit verteld dat Consequence een volwaardig lid was van A Tribe Called Quest. Hij heeft alleen gezegd: ik wil mijn neef lanceren. Prima. Dus dit was ook een onderdeel van het uiteenvallen.”

Phife worstelde jarenlang met diabetes en was ‘verslaafd aan suiker’. In de documentaire erkent Q-Tip dat hij wellicht niet goed is omgegaan met Phife’s ziekte. “Ik zat Phife op zijn huid om te gaan sporten en gezond te eten. Maar misschien was hij daar nog helemaal niet aan toe. Mijn gymleraarbenadering was misschien niet zo goed. Dat zou ik achteraf gezien anders aangepakt hebben.”

The Love Movement (1998)

Als het conceptalbum The Love Movement in 1998 uitkomt, is duidelijk dat de koek op is. De productie is warm, spaarzaam, gestroomlijnd en degelijk, en dat maakt het album urgentieloos en saai. Al is The Love Movement beter dan zijn voorganger, memorabel is het niet.

 “Het is gek dat de plaat The Love Movement heet, want we hielden niet van dat album noch van elkaar”, zegt Phife. “Het had The Last Movement moeten heten.”

Volgens Phife had The Love Movement beter nooit gemaakt kunnen worden. “Dit album was ook geforceerd. Ik kwam op het laatste moment binnen, nam mijn rap op en vertrok weer.  Ik heb spijt van de laatste twee platen, omdat we onze geschillen hadden moeten oplossen voordat we de studio in gingen.”

Kort na de release kondigt A Tribe Called Quest hun opheffing aan. Als vrienden gingen ze uit elkaar. Maar achteraf bleek de breuk een stuk minder vriendschappelijk dan ze deden voorkomen.

“Q-Tip had een brief waarin hij schreef dat hij de groep ontbond”, herinnert Phife zich. “Daar was ik boos over. Zo’n brief schrijf je aan de platenmaatschappij en het management, maar dit is geen bijeengeraapte groep, die hef je niet op met een brief vol grote woorden over dat de chemie was uitgewerkt. Kom op man, ik ben het, je hoeft me geen brief te schrijven, je kunt gewoon tegen me zeggen dat solo wil gaan. Ik was niet boos over de breuk, maar de manier waarop de breuk tot stand kwam. We waren oude vrienden, het voelde alsof ik in mijn gezicht werd gespuugd.”



De boosheid druipt af van Phife’s veelzeggende soloalbum Ventilation: Da LP (2000), dat overigens  geen onaardige plaat is. De opvolger Cheryl’s Big Son: The Anomaly moet in 2012 verschijnen.

Ali Shaheed Muhammad begon een succesvolle carrière met het R&B-collectief Lucy Pearl (met Raphael Saadiq en Dawn Robinson van En Vogue), die in 2000 goed boeren met hun goed ontvangen titelloze album.

Niet verwonderlijk begint Q-Tip de interessantste solocarrière. Met Amplified (1999) leek hij aanvankelijk een commerciële richting in te slaan, maar Kamaal The Abstract is zo experimenteel dat de platenmaatschappij het album in 2002 op het laatste moment terugtrekt en pas in 2009 uitbrengt. In 2008 bracht Q-Tip, inmiddels op een ander label, het eveneens uitstekende The Renaissance uit.

Hereniging

Sinds 2006 is A Tribe Called Quest weer een groep. Dat wil zeggen, ze treden weer op, al was dat mede om Phife's niertransplantatie te financieren. Af en toe komt het tot een kookpunt, zoals te zien is in Beats, Rhymes & Life, als Phife en Q-Tip backstage bij de Rock The Bells Tour 2008 elkaar te lijf gaan.

Maar volgens Phife worden de ruzies altijd weer bijgelegd. “Ik woon tegenwoordig in Californië. We zitten elkaar niet in de weg. En als ik in de buurt ben en Q-Tip treedt ergens op, dan ga ik kijken. Het is cool”, zegt Phife. “We hebben afgelopen juni een goed gesprek gehad waarin we veel plooien hebben gladgestreken. Dat soort gesprekken hebben we eerder ook gevoerd.”

“Ik weet niet wat de huidige stand van zaken is met Tribe. We hebben sinds zomer 2010 niet meer opgetreden en zoals je weet hebben we sinds 1998 geen platen meer gemaakt. Ik heb geen idee of er ooit een nieuw Tribe-album komt. Ik hoopte dat de film daartoe zou leiden, maar tot dusver niks.”

Hoe zit het met die contractuele verplichting voor nog één album? “Dat weet ik eigenlijk niet. Jive is opgeheven. Oh is het RCA geworden? Dus we hebben nog een verplichting aan hen? We zullen zien.”

De erfenis van A Tribe Called Quest in de hiphop is enorm. Hun echo galmt vandaag de dag nog steeds na in de muziek van Kanye West, Common, Mos Def (met zijn nasale stem en relaxte flow zou hij familie van Q-Tip kunnen zijn), The Hieroglyphics,  Jurassic 5, Madlib en OutKast.

“Q-Tip was de beste sample-vinder. Wij waren zijn zoons. Ik en J.Dilla, die een van de beste beatmakers was, en Kanye West, zouden er niet zijn geweest zonder de platen van A Tribe Called Quest”, getuigt Pharrell Williams van de Neptunes en N.E.R.D.

“Zonder de Native Tongues zouden wij een andere band zijn geweest. Ik weet niet of we überhaupt de durf hadden gehad om een band te worden”, zegt Black Thought van The Roots.

Phife zelf is bescheiden over het belang van A Tribe Called Quest. “Als we al een rol hebben gespeeld, groot of klein, is het wellicht dat Kanye en Pharrell niet bang zijn om nieuwe dingen te proberen, maar ze hebben zelf hun weg gebaand.”

De tijd zal leren of Q-Tip, Phife, Ali en Jarobi ooit op de muur van het station van St. Albans prijken.

(Q-Tip was niet beschikbaar voor een interview.)


Documentaire: Beats, Rhymes & Life: The Travels of A Tribe Called Quest (2011)

Acteur Michael Rapaport maakte in 2011 Beats, Rhymes & Life, The Travels of A Tribe Called Quest, een openhartige documentaire over de opkomst, ondergang en betekenis van de groep. Beats, Rhymes & Life is een eersterangs plaats bij de haat-liefdeverhouding tussen Q-Tip en Phife, compleet met een handgemeen op tournee. Naast het gekibbel leeft de kijker mee met de medische toestanden van Phife, die een niertransplantatie ondergaat. Beats, Rhymes & Life is een menselijke, emotionele film waarin A Tribe Called Quest zich kwetsbaar durft op te stellen en daarmee opnieuw het cliché van stoere rappers logenstraft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten